Solognotes

SCHAPEN

Sinds Janauri 2007 zijn wij in het bezit van een kudde Solognote schapen. Wij hebben voor dit ras gekozen omdat het heel mooi, vriendelijk en zeer sterk ras is. Onze kudde bestaat momenteel uit ruim 20 ooien en een ram.

 

Oorsprong

Het Solognote schaap is een zeer oud ras afkomstig uit de Sologne, een streek in midden- Frankrijk die grotendeels samenvalt met het departement Loir et Cher.

 

In de 15e eeuw was de schapenfokkerij in de Sologne aanzienlijk. Schapen maakten in die tijd een belangrijk deel uit van de veestapel van de boeren. De kuddes graasden op de heidevelden en kregen in de winter voer en gebladerte bijgevoerd. De Renaissance en de vestiging van het Franse Hof in het dal van de Loire (Chambord) zorgden ervoor dat de handel in wol opbloeide en daarmee dus ook de schapenfokkerij. In die tijd waren vast en zeker nog niet alle schapen ‘voskleurig’, maar net als in andere delen van Europa ging men wel op die kleur selecteren. Zo zijn er veel meer voskleurige schapenrassen, die nauw aan elkaar verwant lijken (Coburger Fuchs, Ardense voskop, Rouge de Roussilon, Tunis, Californian Red, etc.). Hun oorsprong vinden deze rassen waarschijnlijk in schapen uit Noord- Afrika en het Midden Oosten zoals de Awassi.

 

Rond 1850 werd het totale aantal schapen in de Sologne op 300.000 stuks geschat. Het schaap vormde toen vrijwel de enige bron van inkomsten voor de boeren in de Sologne streek, waar grootgrondbezit overheerste. Alleen het Sologne schaap was opgewassen tegen de barre omstandigheden van de omgeving (vochtigheid, schrale begroeïng).

 

De schapenteelt was dan ook zeer extensief. De dieren liepen niet op een weide, maar trokken in kuddes rond. Toen men de Sologne ging bemesten met slib uit het kanaal van Sauldre, talrijke wegen ging aanleggen, het open afwateringsysteem ging veranderen en tot herbebossing overging, betekende dat een flinke slag voor de schapenfokkerij. De uitgestrekte gebieden die nodig waren om de schapen te laten grazen kon men niet meer daarvoor exploiteren.

 

Zodoende daalde het aantal schapen in de Sologne tot 50.000 in 1910. De ontvolking van het platteland na de Eerste Wereldoorlog en in de jaren dertig, de opkomst van de jacht als belangrijkste economische activiteit, zorgde ervoor dat de schapen bijna uit de Sologne verdwenen. Pas vanaf 1940 zien we weer een opleving van het Solognote schaap. Men introduceerde nieuwe methodes waarbij men de schapen ofwel ’s zomers op een wei liet grazen en ze ’s winters op stal zet ofwel ze het hele jaar buiten laat lopen op een omheind terrein en bijvoert.

 

Verspreiding

Tegenwoordig vinden we het schaap in de Sologne, maar ook in Midden- Frankrijk en de aangrenzende regio’s. Verder vinden we ook Solognotes op de heidevelden van Gascogne en van Bretagne, in Bourgogne en in de Dauphiné. Ook worden er dieren geëxporteerd naar Nederland, Duitsland en Noord-Afrika.

 

Rasbeschrijving

Het Solognote schaap is tussen de 70 en 80 cm hoog. Het heeft een relatief kleine en onbewolde kop, die kastanjebruin van kleur is. Het ras is ongehoornd, de kop is lang en smal, het voorhoofd/neus is licht gewelfd, de oren zijn van middelmatige grootte en staan horizontaal, de hals loopt over in de schoft, de rug is recht en lang, de achterbenen zijn behoorlijk ontwikkeld.

 

De poten zijn onbehaard en ook kastanjebruin van kleur. De nek en de buik zijn niet volledig bedekt met wol. De bewolde staart reikt tot de hak. De vacht begint onder de oren en loopt door tot halverwege de poten. De wol heeft een middelfijne structuur en is crème/grijs van kleur. De vacht van een ooi weegt zo’n 1,5 kg en die van een ram 2,5 kg. Het gewicht van een volwassen ooi is ongeveer 55 tot 65 kg en van een volwassen ram zo’n 80 tot 90 kg.

 

De natuur van het Solognote schaap is intelligent, levendig, nieuwsgierig, onafhankelijk en is beter te vergelijken met die van een geit dan van andere schapenrassen. Het dier heeft een heel statig voorkomen. Het Solognote schaap is een taai ras, zowel vanwege zijn weerstand tegen allerlei ziekten, als vanwege de eigenschap dat het dier tevreden is met een schrale vegetatie en houtgewas.

 

Het schaap biedt goed weerstand tegen inwendige parasieten (stongylys, leverworm) en twee behandelingen per jaar zijn meestal voldoende als de beesten er toch mee besmet raken. In de extensieve schapenteelt en buiten is het besmettingsgevaar vrijwel nihil. De beesten hoeven voor de slacht bijna nooit ontwormd te worden. Verder heeft het schaap bijna nooit last van rotkreupel. Als er echter besmetting optreed, is er wel sprake van overgevoeligheid voor de ziekte. Zolang er echter geen rotkreupel optreedt, is de Solognote vrijwel het enige Franse ras dat men ook kan laten grazen op stukken waar de dieren met de poten in het water staan. Het schaap kan goed lopen. Verder onderscheidt het ras zich vanwege zijn aanpassingsvermogen aan plotselinge veranderingen in het voedselpatroon.

 

Het ras is vroeg geslachtsrijp: de ooien zijn vruchtbaar vanaf acht maanden. Het feit dat men het dekseizoen in grote mate kan beïnvloeden is van groot belang, aangezien een deel van de ooien vanaf April ovuleert. De ram is bijzonder vurig, zijn geslachtsdrift houdt het hele jaar aan.

 

Het gemak waarmee de lammeren worden geworpen is een van de grote voordelen van het ras. Aflam-problemen doen zich vrijwel nooit voor. Fokkers van Solognotes kunnen ’s nachts gewoon rustig slapen in de periode dat de ooien lammeren!

 

Het gemiddelde aantal lammeren per worp van dieren die het hele jaar buiten lopen, bedraagt 1,5 à 1,6 en kan oplopen tot 1,8 bij intensievere schapenteelt (beter voer).

 

Solognotes zijn goede moederdieren en produceren ruim voldoende melk. De lammeren worden goed door hun moeder beschermt tegen eventuele gevaren. De dieren kunnen een opvallend hoge leeftijd bereiken. Ooien die met 8, 9 of zelfs 10 jaar nog aflammeren zijn geen uitzondering en er zijn gevallen bekend van ooien die met 13 jaar nog aflammeren en lacteren.

 

Gebruik

Behalve voor de productie van vleeslammeren en van wol is de Solognote verder nog geschikt voor heel wat andere doeleinden. Vanwege zijn geschiktheid voor het ontginnen zal het ras steeds vaker ingezet worden bij het onderhoud van landerijen en van natuurgebieden. Of het nu gaat om moerasgebied of om droger grasland. De uitgesproken voorkeur van het ras voor houtgewas betekent wel dat het terrein waar de dieren lopen niet afgeperkt kan worden door middel van struikgewas. Verder is het een uitstekend ras voor degenen die zonder al te veel problemen enkele schapen willen opfokken op een kleine wei of op een stuk grond rondom het huis, aangezien het een taai soort schapen is die weinig eisen stelt en verder erg aantrekkelijk is vanwege zijn karakter en zijn uiterlijke verschijning.

 

Vleeswaarde

Het vlees van de Solognote wordt van oudsher geroemd vanwege zijn smaak. Het is heerlijk vlees met een zeer verfijnde smaak, die eerder doet denken aan het vlees van een jonge reebok dan dat van andere schapen rassen. De bouw van het Solognote-lam verschilt erg van alle andere rassen die in deze streek gefokt worden. De bouten hebben hetzelfde gewicht, maar ze zijn langer en minder rond en het karkas bevat slechts een klein percentage vet en slachtafval. De fokkers van het Solognote-schaap hebben het kwaliteitsmerk “Solognote lamsvlees” ontwikkeld. Waaraan slagers het vlees kunnen herkennen en waarmee men dit kwaliteits product meer bekendheid wil geven.

 

Wol

De wol van het jonge schaap heeft een prachtige roodbruine kleur, die uniek is en niet te imiteren.

Hoe ouder het schaap, hoe lichter van kleur de wol wordt.De wol is zeer geschikt voor het spinnen, weven, haken en breien.

Op onze camping is het mogelijk om het wolspinnen uit te proberen en zelf een vacht te vilten.

Van de gewassen en gekaarde wol maken we hoofdkussens en andere producten die we in ons winkeltje verkopen.

 

Kamperen maar dan anders!

Roussel

Roussel

Roussel